Als lln via de bestedingsinflatie antwoorden, hoeven ze mi niet perse te noemen dat de productiecapaciteit overtroffen wordt en daarom de prijzen stijgen. Toenemende vraag leidt tot een hogere prijs/inflatie is toch ook voldoende bij 7?
Heb nogmaals nagedacht over de redenering via de bestedingsinflatie. Gister leek mij dit incorrect gezien het 'vestzak broekzak' argument. Maar het is natuurlijk aannemelijk dat de marginale consumptiequote van mensen met minimumloon hoger ligt dan dat van degenen die uit de winsten worden betaald. Hierdoor zal een hoger minimumloon kunnen zorgen voor hogere inflatie, mits de productiecapaciteit wordt benaderd...
Een verduidelijking in het Vecon-verslag zou gewenst zijn.
Ik heb veel leerlingen die via de bestedingsinflatie redeneren. Als je kijkt naar het correctiemodel dan staat er een correcte uitleg over het verband tussen loonkosten en loonkosten per product. Toch wil ik Vecon vragen om net als mijn collega hierboven een uitspraak te doen over antwoorden die de bestedingsinflatie in zich hebben.
Hogere lonen leiden ceteris paribus altijd tot hogere kosten en lagere winstgevendheid waardoor de redenering van leerlingen dat bedrijven de prijzen zullen verhogen om dit te compenseren prima is. Hier specifiek een benoeming van loonkosten per product verwachten is vreemd.
Ja, dat zie je fout. In eerste instantie zal de export niet dalen, maar door de toegenomen bestedingen kan, als de productiecapaciteit wordt genaderd (dat moet er wel bij in het antwoord!!) inflatie ontstaan, waardoor onze concurrentiepositie verslechterd. Dat dit vervolgens mogelijk zal leiden tot minder export, en daarmee een afname van de inflatoire druk, is voor het antwoord m.i. niet relevant.Ik zou zeggen niet via bestedingen. Wat hiervoor al werd gezegd is het hier vestzak broekzak. Hoger minimumloon gaat ten koste van de werkgever. Het totaal aan bestedingen neemt niet toe maar wordt verplaatst. Dus kan er geen sprake zijn van overbesteding. Of zie ik dit fout?
Ik ben er nog niet uit met de vraag. Je hamert er continue op dat er iets over productiecapaciteit moet worden genoemd. Maar hoger minimumloon (hoger besteedbaar inkomen) kan toch een oorzaak zijn van een stijging van de vraag (verschuiving vraaglijn naar rechts) en dus een stijging van de prijs? Dan hoeven we toch niet per se de productiecapaciteit te naderen? Er is gewoon veel te weinig context om zo specifiek te moeten antwoorden.
Heel vreemd dat voor 2p bij vraag 2 productiecapaciteit moet worden benoemd bij de vraag over inflatie, maar bij vraag 7 niet. Prachtige antwoorden van leerlingen zijn zo maar 1p waard.
Aanvulling op correctievoorschrift: ze mogen redeneren via bestedingsinflatie, maar moeten productiecapaciteit noemen... heel eenduidig weer.
Door het woord "of" te gebruiken, maak je het ingewikkeld.Het CM zet vervolgens bij het voorbeeldantwoord het woord loon tussen haakjes. Het benoemen dat de kosten per product stijgen of de kosten stijgen en daarmee de prijs, lijkt me dan voldoende?
kosten per product stijgen en daarmee de prijs is voldoende.
kosten stijgen en daarmee de prijs niet.
althans; dat heb ik ook bevestigd gekregen in de bespreking gisteren.
Maar ik wacht het verslag even af.
Verschuiving van de vraaglijn naar rechts (bij niet-inferieure goederen) gaat wel op in de micro-economie. Maar macro niet. Het het gaat hier over inflatie; niet over de prijs van een product.Ja, dat zie je fout. In eerste instantie zal de export niet dalen, maar door de toegenomen bestedingen kan, als de productiecapaciteit wordt genaderd (dat moet er wel bij in het antwoord!!) inflatie ontstaan, waardoor onze concurrentiepositie verslechterd. Dat dit vervolgens mogelijk zal leiden tot minder export, en daarmee een afname van de inflatoire druk, is voor het antwoord m.i. niet relevant.Ik zou zeggen niet via bestedingen. Wat hiervoor al werd gezegd is het hier vestzak broekzak. Hoger minimumloon gaat ten koste van de werkgever. Het totaal aan bestedingen neemt niet toe maar wordt verplaatst. Dus kan er geen sprake zijn van overbesteding. Of zie ik dit fout?
Ik ben er nog niet uit met de vraag. Je hamert er continue op dat er iets over productiecapaciteit moet worden genoemd. Maar hoger minimumloon (hoger besteedbaar inkomen) kan toch een oorzaak zijn van een stijging van de vraag (verschuiving vraaglijn naar rechts) en dus een stijging van de prijs? Dan hoeven we toch niet per se de productiecapaciteit te naderen? Er is gewoon veel te weinig context om zo specifiek te moeten antwoorden.
En de kosten stijgen, en daarom worden de producten duurder. Is dat dan voldoende?
Ik wacht het verslag dan ook maar af, heel veel lln antwoorden in de zin van: door hogere loonkosten worden de productiekosten hoger, dit rekenen producenten door in de prijzen.
klopt het dat ik niet uit vecon kan halen hoeveel punten de kostenstijging --> prijsstijging is?
snap dat voor 2p het via kosten per product moet lopen conform CV (of via bestedingsinflatie icm productiecapaciteit/bezettingsgraad) maar leerlingen die concluderen: loonkosten stijgen dus prijzen stijgen verdienen die 1p?
Het is toch eigenlijk onbestaanbaar dat we als beroepsgroep antwoorden waarin leerlingen een loonkostenstijging (alle andere zaken onveranderd) keurig doorvertalen naar hogere prijzen, terwijl dit goed is, toch fout moeten rekenen omdat het cvte dit zo graag wil?
De gebruikte redenering klopt ook van geen kant. “Hogere loonkosten worden niet altijd doorberekend in hogere prijzen, maar hogere kosten per product wel.” Dit is een onderscheid wat alleen aanwezig is in het hoofd van de betreffende toetsmaker bij cvte. Want in een concurrerende markt is het uiteraard ook nog helemaal niet zeker dat bij hogere kosten per product de prijzen zullen worden verhoogd: niet zelden zal dan, in ieder geval tijdelijk, een kleinere winstmarge resulteren. Leerlingen moeten precies door het uitgetekende hoepeltje, anders straf. Ik vind dit echt te ver gaan.
De gebruikte redenering klopt ook van geen kant. “Hogere loonkosten worden niet altijd doorberekend in hogere prijzen, maar hogere kosten per product wel.” Dit is een onderscheid wat alleen aanwezig is in het hoofd van de betreffende toetsmaker bij cvte. Want in een concurrerende markt is het uiteraard ook nog helemaal niet zeker dat bij hogere kosten per product de prijzen zullen worden verhoogd: niet zelden zal dan, in ieder geval tijdelijk, een kleinere winstmarge resulteren. Leerlingen moeten precies door het uitgetekende hoepeltje, anders straf. Ik vind dit echt te ver gaan.
Helemaal eens. Het doel van economie op havo/vwo is 'voorbereiden op een adequate deelname aan het maatschappelijk verkeer..' (commissie Teulings). Dit CV schiet daarin z'n doel voorbij en doet de kennis van leerlingen daarin zeer tekort.
stijging loonkosten, minder geld voor nieuwe investeringen, lastiger om te concurreren met buitenland 2p?
stijging loonkosten, minder geld voor nieuwe investeringen, lastiger om te concurreren met buitenland 2p?
als ze loonkosten per product hebben verwoord, lijkt mij dit juist. hoewel we (in iedergeval bij LWEO) ICP benaderen vanuit prijs, en er verondersteld wordt dat de kwaliteit van producten vergelijkbaar is dacht ik. zonder per product lijkt mij 1p verdedigbaar.
Ik mis ook de vertaling vanuit minder investeringen naar slechtere concurrentiepositie. Leerling moet dan eigenlijk iets zeggen over kwaliteit o.i.d..
De gebruikte redenering klopt ook van geen kant. “Hogere loonkosten worden niet altijd doorberekend in hogere prijzen, maar hogere kosten per product wel.” Dit is een onderscheid wat alleen aanwezig is in het hoofd van de betreffende toetsmaker bij cvte. Want in een concurrerende markt is het uiteraard ook nog helemaal niet zeker dat bij hogere kosten per product de prijzen zullen worden verhoogd: niet zelden zal dan, in ieder geval tijdelijk, een kleinere winstmarge resulteren. Leerlingen moeten precies door het uitgetekende hoepeltje, anders straf. Ik vind dit echt te ver gaan.
Helemaal eens. Het doel van economie op havo/vwo is 'voorbereiden op een adequate deelname aan het maatschappelijk verkeer..' (commissie Teulings). Dit CV schiet daarin z'n doel voorbij en doet de kennis van leerlingen daarin zeer tekort.
@Vecon hebben we hier als beroepsgroep nog een mening over? Het voelt nu een beetje alsof het Vecon-verslag als een soort doorgeefluik keurig de uitgewerkte mening van het cvte weergeeft en dan doorgaat naar de volgende vraag (vooral bij vraag 2+17).
Sterker nog ik durf zelfs te stellen dat de uitleg van het CVTE in het veconverslag hierover inhoudelijk fout is. Ook als we nog niet aan de maximale productiecapaciteit zitten zal er opwaartse druk zijn op de prijzen. Werknemers worden namelijk schaarser (zeker sectorspecifiek) grondstoffen worden schaarser (ook hier weer kan dat verschillen per grondstof, al kun je dit macro technisch wel generaliseren), waardoor al eerder prijsstijgingen gemerkt worden. Natuurlijk is er een geleidende schaal waar de prijsstijgingen verergeren als we richting onze productiecapaciteit gaan, maar door te stellen dat ze er niet zijn is natuurlijk klip klare onzin.
Dit even los van het gegeven dat we bij havo het GA/GV model uit de stof hebben gehaald omdat deze te abstract was en leerlingen nu wel de nuances hierbij worden verwacht casual in een antwoord te verwerken.
@vecon, ik sluit me aan bij de opmerking dat hier een serieus gesprek met het CVTE moet worden gevoerd, dit raakt kant nog wal wat er verwacht wordt.
De argumentatie van het cvte waarom het benoemen van de "loonkosten per product" zo belangrijk is, complete onzin. Alle kosten worden direct of indirect doorberekend in producten en of diensten. Het is aan het bedrijf zelf (ook loonkosten) om deze al dan niet door te berekenen in hun producten.
Inhoudelijk niet juist en ik vraag me hier af welke belangen (die van de leerlingen zeker niet) hier het zwaarst wegen.
Hiernaast vind ik veel vragen, in combinatie met dit correctiemodel, erg lastig te beantwoorden. De pre-correctie (februari) heeft dit helaas niet kunnen wegnemen.
Ik sluit me hierbij aan. Kijk naar een willekeurig product op bol.com. is daar veel vraag naar, dan stijgt de prijs.
ik hoop wel dat we allemaal conform CV en Vecon hier nakijken, want ze zijn hier wel duidelijk in wat ze verwachten wat er in het antwoord staat, ookal zijn we het er mogelijk niet mee eens.
Dat zal heus wel, maar daarmee is het probleem nog niet opgelost. Het probleem waarvoor hier aandacht wordt gevraagd is dat goede antwoorden fout moeten worden gerekend, omdat een eigenlijk overbodige tussenstap -die ook nog eens met vreemde aannames verdedigd wordt- wordt verheven tot de kern van het antwoord. Die inhoudelijke discussie moet door vecon worden gevoerd.
Wanneer geven jullie de 2e deelscore? Ik heb veel leerlingen die loonkosten per product vergeten te noemen. Maar wel beargumenteren: door verhoging minimumloon wordt productie duurder, product wordt duurder, ICP verslechterd. Ik ben geneigd om in ieder geval de 2e deelscore toe te kennen? Hoe zien jullie dat?
Wanneer geven jullie de 2e deelscore? Ik heb veel leerlingen die loonkosten per product vergeten te noemen. Maar wel beargumenteren: door verhoging minimumloon wordt productie duurder, product wordt duurder, ICP verslechterd. Ik ben geneigd om in ieder geval de 2e deelscore toe te kennen? Hoe zien jullie dat?
Nou, ik ben hier dus (met tegenzin) erg streng op geweest en beoordeel dit met 1 pt.
Op mijn groep van 85 lln schrijven er slechts enkele iets over de "loonkosten per product".
Heel veel antwoorden zoals hierboven beschreven: minimumloon hoger >> productie duurder >> dus producten duurder >> prijzen en ICP etc.
Hoe jammerlijk ook, maar het Vecon verslag geeft duidelijk aan dat "loonkosten pp" eenmaal hoeft te worden genoemd. Hier houd ik mij aan, terwijl mijn lln keurig verwoorden wat er wordt bedoeld. Helaas, helaas, helaas
ik hoop wel dat we allemaal conform CV en Vecon hier nakijken, want ze zijn hier wel duidelijk in wat ze verwachten wat er in het antwoord staat, ookal zijn we het er mogelijk niet mee eens.
Dit dus inderdaad. Uniformiteit.
Vecon zou primair met een herzien verslag moeten komen. Dat we allemaal tandenknarsend goede antwoorden fout gaan rekenen vanwege uniformiteit is eigenlijk om te huilen.
Het CM zet vervolgens bij het voorbeeldantwoord het woord loon tussen haakjes. Het benoemen dat de kosten per product stijgen of de kosten stijgen en daarmee de prijs, lijkt me dan voldoende?
Ja klopt. Maar dat vertaalt zich dan wel in de N-term.