Ik ben behoorlijk teleurgesteld in de reactie van het Cvte op vraag 2.
reactie op cvte:
Als risico’s overstappen binnen de markt van de ene verzekeraar naar de andere
verzekeraar is er sprake van risicoselectie.- Risicoselectie is het gedrag van verzekeraars, niet van verzekerden. Het is een poging om gunstige risico’s aan te trekken of ongunstige te weren, bijvoorbeeld door polisvormgeving, marketing, servicekanalen of aanvullende pakketten.
Averechtse selectie gaat over marktfalen waarbij goede risico’s uit de markt worden gedreven.
- problematisch, moeten we nu in de toekomst zeggen dat als een klant overstapt van de ene verzekering naar de andere dat er dan geen averechtse selectie is omdat de klant niet uit de markt is gestapt. Dit lost het probleem niet op en maakt de situatie extreem onduidelijk voor toekomstige vragen. Wat moet ik uitleggen hierover in de klas? En dit is ook strijdig met alle voorgaande examens daar stapten klanten niet uit de hele markt, maar over op een andere verzekeraar.
Een verplichte verzekering is een middel om averechtse selectie te beperken (G4.4) en daar is hier sprake van.
- Als je iets beperkt dan verdwijnt het niet perse. Beperken is wat anders dan compleet laten verdwijnen. Dit gaat in tegen fundamentele regels van logica. Ik weet niet goed wat ik hiermee moet. En in de toekomst moeten we dan beperken interpreteren als verdwijnt volkomen, ook in andere contexten? Welke definitie van het woord beperken moet ik hier gebruiken.
De syllabus en wetenschappelijke literatuur maken duidelijk: verplichte verzekering vermindert het risico op averechtse selectie, maar sluit het niet uit.
Goede analyse. Ik snap ook niet waarom andere collega's dit anders zien.
Ik heb de opgave 'groenten' deze week getoetst op VWO 5. Ze lopen vast op het woordje 'voor' bij 'de vaste kosten voor de investering zijn € 14.250. Veel leerlingen hebben niet door dat het een bepaling van tijd is. Maar dat is helemaal niet zo raar want de vraag ervoor staat een zeer vergelijkbare zin: 'leg uit of er bij een investering voor biologische teelt sprake is van verzonken kosten. Hier is het woordje 'voor' geen bepaling van tijd. Ik had bij beide vragen leerlingen die net de verkeerde betekenis kozen. Omdat we onze V6 leerlingen nog niet gesproken hebben is dit nog niet boven water gekomen. Ik zag namelijk geen enkele opmerking op het forum bij een van deze twee vragen.
Модель CAS CNI Запаечный шов 5х800 https://2pack-gpo.ru/products/natyazhitel-sp19-dlya-pp-lent
Представительство компании в России работает с 2007 г https://2pack-gpo.ru/products/upakovschik-streich-plenkoi-komfort-pm-16kg-1
За это время торговая марка Hualian стала узнаваемой и популярной на российском рынке упаковочного оборудования https://2pack-gpo.ru/products/nabor-dlya-upakovki-lentoi-combo-rr19-plus
И это закономерно, ведь каждый произведенный аппарат отличается исключительно высоким качеством https://2pack-gpo.ru/categories/dispensery-razmotchiki-dlya-strepping-lenty
- станки в готовую тару,
Модель CAS CXP Запаечный шов 2x300 https://2pack-gpo.ru/products/skrepa-dlya-skrep-lenty-15-16-mm
- оборудование для упаковки чая и различных продовольственных товаров,
Компания «Магикон» занимается производством фасовочного, упаковочного, пищевого и не пищевого, мясоперерабатывающего, складского и другого оборудования в России и СНГ https://2pack-gpo.ru/products/ruchnoi-upakovochnyi-stepler-bostitch-ds-3519-e
В каталоге сайта представлен полный спектр предлагаемых товаров с описанием функций и характеристик https://2pack-gpo.ru/products/dispenser-n-83e-dlya-pp-lent-bez-koles
Dat klopt, want precies hierover zat daarom een erratum bij het examen. Ik vermoed dat je het erratum dan niet hebt toegepast in je V5-toets.Ik heb de opgave 'groenten' deze week getoetst op VWO 5. Ze lopen vast op het woordje 'voor' bij 'de vaste kosten voor de investering zijn € 14.250. Veel leerlingen hebben niet door dat het een bepaling van tijd is. Maar dat is helemaal niet zo raar want de vraag ervoor staat een zeer vergelijkbare zin: 'leg uit of er bij een investering voor biologische teelt sprake is van verzonken kosten. Hier is het woordje 'voor' geen bepaling van tijd. Ik had bij beide vragen leerlingen die net de verkeerde betekenis kozen. Omdat we onze V6 leerlingen nog niet gesproken hebben is dit nog niet boven water gekomen. Ik zag namelijk geen enkele opmerking op het forum bij een van deze twee vragen.
Weten jullie of er nog een apart forum komt voor tijdvak 2? Ik heb wel een paar vragen.
#3: CV eist dat zowel onderscheiden van deelmarkten als doorverkoop wordt genoemd. Het lijkt mij dat stellen dat doorverkoop mogelijk is en dan de conclusie dat er dus geen prijsdiscriminatie ontstaat voldoende is.
#17: Zijn dit wel externe effecten? Het lijkt mij dat de genoemde maatschappelijke baten juist de bedoeling zijn van onderwijs in de genoemde transactie (tussen overheid en scholen) en dus NIET extern. (het zijn wel externe effecten in de relatie leerling/school maar deze opgave gaat niet over die relatie).
Weten jullie of er nog een apart forum komt voor tijdvak 2? Ik heb wel een paar vragen.
#3: CV eist dat zowel onderscheiden van deelmarkten als doorverkoop wordt genoemd. Het lijkt mij dat stellen dat doorverkoop mogelijk is en dan de conclusie dat er dus geen prijsdiscriminatie ontstaat voldoende is.
#17: Zijn dit wel externe effecten? Het lijkt mij dat de genoemde maatschappelijke baten juist de bedoeling zijn van onderwijs in de genoemde transactie (tussen overheid en scholen) en dus NIET extern. (het zijn wel externe effecten in de relatie leerling/school maar deze opgave gaat niet over die relatie).
Ik wacht inderdaad ook op een forum voor TV2 ... genoeg te bespreken!
Het CV bij vraag 8 lijkt me niet correct. Hoe denken jullie daarover?
Opgave 5 is eigenlijk niet te maken. Veel te vergezochte vragen en antwoorden.
En bij vraag 14 staat 'stijgende productie' niet in het CV. Dat geeft weer discussie volgend jaar als het dan ineens weer wel vereist is.
Mijn leerling had deze sowieso fout (a + c > b, dus geen uitleg). Maar nu ik jouw opmerking lees denk ik dat je gelijk hebt. Snap het CV wel, maar omdat je niks weet over het aantal uitkeringsgerechtigden kan je deze vraag niet beantwoorden toch? Als die ineens sterk afnemen dalen de uitgaven. De premie per persoon stijgt wel, maar de totale uitgaven hoeven dat niet te doen. Tenzij de eventuele erfgenamen recht hebben op dat pensioen oid maar dat staat dan weer niet in de aannames. Of ben ik nu niet helemaal scherp?
Oh dit is als reactie op Jochem dat vraag 8 niet klopt. Hij citeerde je opmerking niet. Ik had op "antwoorden" gedrukt maar lijkt niet echt te werken?Mijn leerling had deze sowieso fout (a + c > b, dus geen uitleg). Maar nu ik jouw opmerking lees denk ik dat je gelijk hebt. Snap het CV wel, maar omdat je niks weet over het aantal uitkeringsgerechtigden kan je deze vraag niet beantwoorden toch? Als die ineens sterk afnemen dalen de uitgaven. De premie per persoon stijgt wel, maar de totale uitgaven hoeven dat niet te doen. Tenzij de eventuele erfgenamen recht hebben op dat pensioen oid maar dat staat dan weer niet in de aannames. Of ben ik nu niet helemaal scherp?
Vraag 18
De overheid investeert in de ontwikkeling van menselijk kapitaal (opdrachtgever = principaal), de scholen voeren uit (agent). De inspectie is toch niet de principaal? Je zou kunnen stellen dat de inspectie juist de oplossing is voor de asymmetrische informatie.
Mijn leerlinge antwoordt, volgens mij terecht, dat er géén sprake is van een principaal-agentprobleem tussen *inspectie* en de scholen, maar juist tussen de *overheid* en de scholen. Daarna moeten dan natuurlijk de tegengestelde belangen en asymmetrische informatie wel uitgelegd worden.
Of zie ik iets over het hoofd?
ik had een vraag over vraag 25. volgens mij klopt de vraag / CV niet. namelijk:
bij vraag 25 moet de leerling aangegeven in welk figuur de centrale bank de nominale rente sterker zal verlagen om de economie terug te laten keren naar de potentiele productie. volgens mij hebben beide figuren dezelfde IS MB curves (wel verschillende GA's) en zullen dus beide dezelfde aanpassing nodig hebben (aangezien de IS MB curve gaat over de aanpassing van de beleidsrente en het inkomen/potentiele inkomen/productie).
mis ik iets of gaat hier iets mis?
Heb je inderdaad een goed punt. Ik denk misschien dat de vraag meer gericht is op de besteding van de lumpsum? Hoeveel van die lumpsum er aan marketing (en dus niet meer aan fatsoenlijk onderwijs) besteed wordt. Ben het overigens verder wel met je eens dat zoals jouw leerling de vraag geïnterpreteerd heeft een veel beter voorbeeld was geweest. Om de informatie asymmetrie te verminderen wordt de inspectie ingeschakeld en dat kost geld en is dus "verspilling" en daarom is er überhaupt sprake van een probleem...Vraag 18
De overheid investeert in de ontwikkeling van menselijk kapitaal (opdrachtgever = principaal), de scholen voeren uit (agent). De inspectie is toch niet de principaal? Je zou kunnen stellen dat de inspectie juist de oplossing is voor de asymmetrische informatie.
Mijn leerlinge antwoordt, volgens mij terecht, dat er géén sprake is van een principaal-agentprobleem tussen *inspectie* en de scholen, maar juist tussen de *overheid* en de scholen. Daarna moeten dan natuurlijk de tegengestelde belangen en asymmetrische informatie wel uitgelegd worden.
Of zie ik iets over het hoofd?
ik heb zelf het antwoord gevonden, dezelfde reele rente aanpassing is nodig, maar nominaal is er denk ik wel een verschil verdedigbaar!
Ik bedoel uiteraard dat de uitkering per uitkeringsgerechtigde stijgt vanwege wat het CV zegt, alleen totale pensioenuitgaven zit ook een hoeveelheidseffect in (bij de premieplichtigen benoemen ze die wel in de aannames) maar bij de uitkeringsgerechtigden niet. Dan zou je daar volgens mij niks over kunnen zeggen. Als alle uitkeringsgerechtigden plots komen te overlijden is de totale uitgave 0Mijn leerling had deze sowieso fout (a + c > b, dus geen uitleg). Maar nu ik jouw opmerking lees denk ik dat je gelijk hebt. Snap het CV wel, maar omdat je niks weet over het aantal uitkeringsgerechtigden kan je deze vraag niet beantwoorden toch? Als die ineens sterk afnemen dalen de uitgaven. De premie per persoon stijgt wel, maar de totale uitgaven hoeven dat niet te doen. Tenzij de eventuele erfgenamen recht hebben op dat pensioen oid maar dat staat dan weer niet in de aannames. Of ben ik nu niet helemaal scherp?
Wat een draak van een examen/CV, met een hele hoop dingen die niet kloppen. Ik ben heel benieuwd hoe jullie hierin staan?
Vraag 10: er staat in de vraag dat aanname ‘a’ gebruikt moet worden. Vervolgens wordt er in het CV geen gebruik gemaakt van aanname ‘a’. leerlingen worden hier naar mijn idee in de war gebracht en gaan nu onnodig vanalles bedenken met aanname 'a'
Vraag 11: in het CV gaan ze er ineens vanuit dat pensioenen via het omslagstelsel gaan, terwijl bij vraag 7 uitgelegd moet worden dat sprake is van ruilen over tijd (kapitaaldekkingsstelsel).
Leerlingen gaan de vraag dus anders interpreteren, namelijk: ‘een hogere koopkracht voor de huidige premieplichtigen op het moment dat diezelfde mensen met pensioen gaan’. Het is een hele raar gestelde vraag met een naar mijn idee incorrect antwoord waardoor leerlingen verschillende kanten op kunnen.
Vraag 14: deelscore 1 in het CV stelt dat de wisselkoers zou stijgen. Echter gaat het in de opdracht om een ‘gehanteerde wisselkoers’. Leerlingen leren dat concurrentie zorgt voor een verlaging van de prijs. Namelijk meer aanbod van de munt door meer GOB’s. Dan zou een ander juist antwoord kunnen zijn: WK daalt icp omhoog export omhoog productie stijgt economische groei.
Vraag 21: in de tekst staat “De kostenfunctie voor elke school luidt”.. dat betekent dat als de scholen fuseren en de marketingkosten wegvallen, beide scholen nog deze kostenfunctie hebben. In het CV wordt uitgegaan van eenmalig de TK=3000q + 2.510.000. Zitten ze ineens met 2 scholen in 1 gebouw met een dubbele hoeveelheid leerlingen, of worden ze eenzelfde school met 2 gebouwen, want dan wordt TK het dubbele.
CV komt niet overeen met wat er in de tekst staat.
Alleen leren de leerlingen hierbij dat nominale rente in het model gelijk is aan de reële rente. In de syllabus komt nominale rente niet voor in combinatie met het IS-MB-GA model, dus er gaat hier wel iets mis.
Deze vraag klopt van geen kant, want de (reële) rente verandering gebeurt altijd in het IS deel van het model en de afstand bij beide figuren tussen IS0 en IS1 is hetzelfde.
Klopt dit in het antwoordmodel bij vraag 13 wel? "Ze zouden
(bij de officiële wisselkoers) 500 x 10,81 = 5.405 frank ontvangen."
Dat zouden ze bij de officiële ook niet ontvangen, want de €7,- wordt er eerst vanaf gehaald, dus moeten ze daar ook rekenen met 493? Volgens mij is alleen de tweede manier de juiste.
Vraag 23 Mijn leerling gaat uit v door korte opzegtermijn gaan werknemers makkelijker weg. Daardoor meer kans op berovingsprobleem. Dit zorgt voor extra kosten vw weer opnieuw mensen opleiden. Deze extra loonkosten/opleidingskosten zorgen voor hogere loonkosten per product.
Ik zou hier toch graag de 2 punten voor geven.
Wat een gedrocht van een examen. Ik ben het eens met vele van de bovengenoemde tekortkomingen en onduidelijkheden van dit CSE2. Hierdoor ontstaat veel verwarring. Leerlingen worden continu op het verkeerde been gezet. Wat zijn we nu aan het toetsen? Bovendien moeten er te vaak, vooral bij de rekenvragen, zeer veel stappen gezet worden voor het behalen van een deelscore. Jammer.
Een N van 1,9 vind ik meer dan terecht en compenseert bij lange na niet de slecht gestelde vragen en belabberde casussen.
