@h-vandergraafrijnlandslyceum-rls-nl
Of een aanpassing van de syllabus waarbij het begrip doelmatigheid een wat minder dwangmatig karakter krijgt. Doelmatigheid is een zo goed mogelijk resultaat met de inzet van zo weinig mogelijk middelen. De verbetering kan dus aan de resultaatkant en aan de kosten/prijs kant zitten. De syllabus kiest heel zwartwit alleen voor de kostenkant. En dan ook nog uitsluitend uit te leggen via het theoretische idee van het concept surplus......
Of een aanpassing van de syllabus waarbij het begrip doelmatigheid een wat minder dwangmatig karakter krijgt. Doelmatigheid is een zo goed mogelijk resultaat met de inzet van zo weinig mogelijk middelen. De verbetering kan dus aan de resultaatkant en aan de kosten/prijs kant zitten. De syllabus kiest heel zwartwit alleen voor de kostenkant. En dan ook nog uitsluitend uit te leggen via het theoretische idee van het concept surplus......
Ik stel me zo voor dat een leerling zijn ouders uitlegt wat doelmatigheid in de zorgverzekering betekent en hij dan zegt een (consumenten) surplus is gestegen. En dat zijn ouder dan zegt misschien wordt er ook wel efficiënter gewerkt door de verzekeringsmaatschappijen vanwege toegenomen transparantie en mensen betere informatie hebben over de zorgverleners omdat zij ze beter kunnen vergelijken. Jammer pa, maar dat is echt niet een voldoende antwoord 😉
Commentaar op de opmerking van het CvTE/Cito:
Surplus is dé maatstaf voor doelmatigheid, dus redeneringen moeten via surplus lopen.
Deze opmerking is te stellig, onvolledig en potentieel onpraktisch voor het onderwijs.
Surplus is een belangrijke, maar niet de enige maatstaf voor doelmatigheid. In standaard economische modellen (zoals bij Mankiw) wordt doelmatigheid van markten vaak geïllustreerd via het totaal surplus: maximale welvaart ontstaat bij marktevenwicht zonder verstoringen.
Echter, in bredere economische zin is doelmatigheid context- en normatief afhankelijk. In sectoren zoals de gezondheidszorg – de context van deze opgave – worden ook andere maatstaven gehanteerd, waaronder: Kosteneffectiviteit, Pareto-efficiëntie, allocatieve efficiëntie, Minimale transactiekosten, Doelmatigheid als verhouding tussen output en ingezette middelen.
Een surplus-eis als verplichte redeneringsroute zet het begrip boven het inzicht. Dit kan het economisch redeneervermogen van leerlingen eerder afremmen dan stimuleren.
De syllabus (D3.4) noemt surplus als maatstaf, maar sluit andere benaderingen niet uit. Surplusanalyse is nuttig, maar niet altijd voldoende of passend – zeker niet bij markten met informatieasymmetrie, externe effecten of overheidsingrijpen, zoals de zorgverzekeringsmarkt in deze opgave.
Bovendien stelt artikel 3.3 van het correctievoorschrift expliciet dat alle economisch correcte redeneringen moeten worden gehonoreerd. Als er meerdere juiste benaderingen zijn, moeten die dus ook allemaal als correct worden gerekend.
Ik vind de reactie van het CITO bedenkelijk met een citaat uit de syllabus van 2019. Ik de versie van 2024 staat "De omvang van het totale surplus als maatstaf voor de economische doelmatigheid van de economische uitkomst." Het woordje "economische" wordt voor het gemak weggelaten in hun reactie terwijl dat nu juist het/een probleem was.
Doelmatig is gewoon een Nederlands woord. Als een leerling de vraag heeft beantwoord zodat duidelijk wordt dat een vergelijkingssite de markt doelmatiger laat werken, reken ik het goed. Ik heb om precies te zijn 0 leerlingen die het verwoord hebben aan de hand van het surplus. Dat hoeft ook helemaal niet om deze vraag goed te beantwoorden.